Het begin van de Bijbel deelt ons mee dat God de hemel en de aarde geschapen (uit niets gemaakt) heeft: zon, maan, sterren, de aarde, bomen, planten, vogels, vissen en tenslotte, als kroon op de schepping, de mens. Het doel van de schepping is de verheerlijking van God. Aanvankelijk leefde alles in harmonie met elkaar: dieren en mensen onderling én de mens met God (Genesis 1-2).